Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden
zoals een storm met zacht geritsel in de tuin of de kat die de kolder in de kop krijgt
zoals de brede rivieren met de kleine bron verscholen in het woud
zoals een vuurzee met diezelfde lucifer die de sigaret aansteekt
zoals de liefde met een blik een aanraking iets dat je ervaart in een stem
jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet
en dan die vraag aan een ander stellen.
Jan Remco Campert, verzetsman, dichter, journalist en schrijver
Geb. 5 augustus 1902 † Neuengamme 12 januari 1943
***********************************
De nacht van donderdag op vrijdag, 10 mei 1940 om 04.30 uur, viel Duitsland België binnen, een snode aanval op een vredelievend land zonder vooraf een memorandum aan de Belgische regering over te maken. Deze agressieve Duitse Blitzkrieg was het begin van een volledige ontreddering en chaos. De Belgische militaire verliezen bedroegen 7.500 gesneuvelden en 16.000 gekwetsten. De bevolking was de wreedheden van de Duitse agressor tijdens de Eerste Wereldoorlog nog lang niet vergeten en zag op schrikbare wijze de terreur aanjagende Nazi-horden net zoals in 1914 ons land binnenrukken. Door de installatie van een bezettingsbestuur aangevuld met collaborateurs en sympathisanten van de Nieuwe Orde evenals harde onmenselijke eisen van uit Berlijn zoals de verplichte tewerkstelling, de avondklok, de gebrekkige voedselvoorziening, raakten het misprijzen en de anti-Duitse haatgevoelens van de bevolking al snel in een stroomversnelling.
Het verzet in België was bijgevolg een reactie op de bezetting en de collaboratie en voor velen het verderzetten van hun anti-fatische opvattingen, trouw en vaderlandsliefde. Het is niet gemakkelijk nauwkeurig het historisch ogenblik te bepalen waarop in België het verzet geboren werd. Het was het resultaat van een geheimzinnig proces, van een stille revolutie. Aanvankelijk was het verzet een zaak van enkelingen die met pesterijen en kleine sabotagedaden de bezetter en collaborateurs duidelijk wilden maken dat zij niet gewenst waren. Vanaf eind 1940 verschenen ook de eerste sluikbladen.
Als bleek dat Groot Brittannië het Duitse leger bleef trotseren wakkerde dit het natuurlijk optimisme der Belgen, hun instinctieve haat tegen alle dwingelandij op en verscherpten de verzetsacties.
Op 23 augustus 1939 had de Sovjet-Unie met de Duitsers een monsterverbond het "Molotov-Ribbentroppact" afgesloten en tekenden zij een niet-aanvalspact waarbij zij tevens Polen en de Baltische staten onder elkaar verdelen. Toen de Duitsers met zijn bondgenoten op 22 juni 1941 tijdens de "Operatie Barbarossa" de Sovjetunie aanvielen betekende dit voor de Belgische communisten het definitieve einde van een periode van dubbelzinnigheid en werd het dubieus verwarrend verbond tussen beide landen geschonden en stortten de communisten zich pas definitief in de verzetsstrijd en nam het verzet een rechtstreekser en stoutmoedige vorm aan, sabotageactiviteiten namen gevoelig toe. Ophitsende radioberichten van uit Londen deden ook een duit in het zakje. Het individuele verzet maakte nu plaats voor talrijke lokale georganiseerde verzetskernen en groeperingen die zichzelf niet ontzagen. De Belgische regering in ballingschap en de Britse geheime diensten interesseerden zich steeds meer in die verzetskernen en boden voor zover dit kon logistieke en materiële steun. De meeste gewapende verzetsacties richten zich op de vernieling van het transport, de communicatielijnen en de energiebevoorrading maar deden ook de verraders en collaborateurs sidderen. De sabotage en de Duitse reacties hierop veroorzaakten evenwel een grote onrust bij de bevolking.
Het verzet als homogene groep bestond niet. Sommige verzetslui droomden van een vrij en democratisch België, anderen waren voorstander van een autoritaire staat zonder Duitse inmenging. Aan communistische zijde verkoos men een staatsorde naar het voorbeeld van de Sovjetunie. Het verzet was bijgevolg politiek hopeloos verdeeld, had geen overkoepelende leiding laat staan een coördinatie. Ongeveer 15 verschillende verzetsgroepen van enige omvang werkten in een eigen georganiseerd verband. Deze verschillende verzetsgroepen werkten naast elkaar, hadden nauwelijks contact en waren actief op uiteenlopende terreinen. Vaak wisten verzetslieden niet eens tot welke verzetsgroep zij feitelijk behoorden. Desondanks hebben velen er zich als grote mannen in doen kennen. Alle verzetsbewegingen beoogden wel eenparig de verplettering van Hitler en de bevrijding van het land. De regering in ballingschap probeerde de diverse verzetsgroepen te controleren en te centraliseren in de hoop na bevrijding de verzetsorganisaties zo vlug mogelijk te ontmantelen. Op 25 juli 1944 feliciteerde Eisenhouwer het Belgische verzet voor hun acties.
Voor openlijk verzet of sabotage was veel moed nodig, mensen die opgepakt werden kwamen er niet goed vanaf. De Duitsers rekenden met alle verzetslieden genadeloos af. Na lange vreselijke martelingen (zelfs tot de dood erop volgde) om namen van andere medewerkers te krijgen, en dan zo hele verzetsgroepen op te rollen, volgde meestal een transport naar een concentratiekamp van de langzame dood, of de dood door strop of kogel, de guillotine en zelfs de handbijl. Onschuldige gijzelaars werden veelal als voorbeeld gesteld. De represailles werden in de loop van de oorlog steeds grimmiger en barbaarser.
Na de landing in Normandië toen het gevaar aan het wijken was en vooral bij de bevrijding (september) hebben veel weerstanders hun burgerlijke activiteiten hernomen, toch zou het aantal verzetslui gevoelig groeien met ‘mannen van het laatste uur’ die plots hun verzetssympathieën ontdekten en tijdens de oorlogsjaren eerder tot het passieve verzet behoorden (dit waren bijvoorbeeld kleine pesterijen, berichten van de illegale pers lezen, luisteren naar verboden radio uitzendingen, het niet inleveren van koper enz.).Zij waren een nuttige helper van de oprukkende geallieerde legers die op de medewerking van de weerstand rekenden die stelselmatig de achterwaartse verbindingen van de vijand in de war te brachten en de vluchtende vijand ontredderde, sommigen trokken offensief met de geallieerden mee en waagden hun leven, menigen onder hen zouden er nog bij de bevrijdingsgevechten het leven laten. De epische optocht der geallieerde tankwagens zou op versperringen en andere dijken gestoten zijn, indien mannen van het verzet op het gegeven ogenblik niet daar waren geweest om de sluizen voor de onweerstaanbare vloed te openen.
Anderen, meestal late roepingen, wilden het land van het nazi-ongedierte zuiveren en maakten met verbetenheid een klopjacht op de al of niet vermeende gehate collaborateurs en verraders ook incivieken of meer denigrerend zwarten genoemd. Zij werden bespuwd, uitgejouwd, geschopt en geslagen, verdachte vrouwen werden kaalgeschoren. In feite behoorde de straat toe aan het gepeupel bijgestaan door een bende al of niet vermeende "Witte Brigade-mannen". Hierbij werd niet het nobelste in de mens onthuld, men kan vrezen dat bij deze heksenjacht op al wie van Duitse sympathieën verdacht werd ongekende afmetingen aan nam waarbij ook onschuldige slachtoffers werden gemaakt of op zijn zachts uitgedrukt er persoonlijke afrekeningen, dubieuze en twijfelachtige gevallen waren waardoor er wonden werden geslagen die nog altijd niet geheeld zijn, zeker in Vlaanderen een onverwerkt oorlogsverleden.
De echte verzetsmensen van het eerste uur houden er een wrange nasmaak aan over daar zij deze misbruiken die hun idealen ontsierden niet helemaal konden verhinderen en anderzijds was er een hevige verontwaardiging nopens de openbare vergevingsgezindheid jegens (gevluchte) kopstukken van de collaboratie en in het bijzonder van de economische en administratieve collaboratie die vrijwel onaangeraakt is gebleven.
-
Feit is dat het niet de actie is die de repressie heeft uitgelokt, het zijn de misdaden van de nazi's met 4 jaren oorlogsellende, de vele oorlogsdoden, wegvoeringen, opeisingen allerhande, beroving van de meest elementaire vrijheden die de actie hebben uitgelokt.
--
Wanneer de geallieerden in 1945 de concentratiekampen bevrijden en met ontzetting de gruwelijke realiteit van de gevolgen van de nazi-ideologie ontdekken, dringt deze verschrikking korte tijd later ook door tot de wereldopinie.
Bij het stilaan terugkeren eind april begin mei 1945 uit de kampen van de overlevenden in hun blauwwit gestreepte boevenpakje met rode driehoek en op klompen, uitgemergelde en uitgehongerde politieke gevangenen, levende geraamten en het duidelijk en zichtbaar werd wat zich in de concentratiekampen had afgespeeld en de verschrikkelijke betekenis van Hitlers "Endlösung" met het grote aantal achtergeblevenen, kwam op 9 en 10 mei 1945 een tweede schokgolf van woede en wraak van de bevolking op gang, een ware volksrepressie met ernstige rellen en zelfs standrechtelijke executies. Woedende mensen komen in grote groepen op straat om openlijk huizen en eigendommen van al of niet vermeende collaborateurs te vernielen en te plunderen en hen publiekelijk te vernederen. Te Knokke werden 20 huizen van collaborateurs geplunderd en vernield, te Sint-Kruis 15 en te Brugge eveneens 15.
De woede en de haat tegen de Duitsers en hun handlangers ontlaadde zich plots op alle vlakken waardoor er een sfeer van zelfjustitie ontstond waarbij de overheid toen niet of onvoldoende bij machte was om in te grijpen en faalde om de toestand te controleren of veel te laat ingreep. De ordediensten bestaande uit rijkswacht, politie en "stokagenten" waren niet in staat zich hiertegen te verzetten of grepen te laat of helemaal niet in. Verzetsleiders trachten zo goed het kon om orde op zaken te stellen maar was in het algemeen zwaar geschokt wanneer de omvang van de volksrepressie bekend werd waaraan onder andere al of niet vermeende weerstanders van het laatste uur hadden deelgenomen.
Ondanks deze vergissingen en ontsporingen die de tegenstanders, georganiseerde oostfronters en individuen die een radicale nationaalsocialistische en/of Groot Duitse collaboratie voorstonden, nazi's zijn gebleven en dat grote gelijk blijven belijden via hun Sint-Maartensfondsen en andere bijeenkomsten overtuigd zijnde dat de verkeerden de oorlog gewonnen hebben en Hitler gelijk had, zo graag ter verdediging aanhalen al of niet gepaard gaande met negationisme of het nuanceren en bagatelliseren van de nazimisdaden staat dit evenwel niet in verhouding en in schril contrast met de deportaties van onschuldige slachtoffers, van een dictatuur en agressieve terreur van de totalitair fascistische ideologie van het naziregime (racisme en antisemitisme) die deze echte collaborateurs aanhingen en mee hielpen aan een systematische georganiseerde uitroeiing van al of niet vermeende tegenstanders van het nationaalsocialisme, verzetslui, politiek andersdenkenden, werkweigeraars en bevolkingsgroepen tijdens de oorlog waarbij in ongeveer vijf jaar tijd vijf à zes miljoen mensen stierven in de concentratiekampen, vernietigingskampen en kampen van de langzame dood.
--
Zij die bij een verzetsgroep aansloten bij en zelfs na de bevrijding werden ook iets denigrerend de "septemberweerstanders" genoemd.
-
Na de oorlog, bij het officieel erkennen van het statuut van weerstander werden enkel mensen erkent die zich vóór 04 juni 1944 aangesloten hadden. (De landing in Normandië" was op 06 juni 1944). Het gewapend verzet zal circa 140.000 erkende leden tellen.
-
In België werden na de oorlog vijftien verzetsgroepen erkend: het Geheim Leger "GL/AS", het Onafhankelijkheidsfront "OF/FI", het Belgische partizanenleger, de Patriottische Milities "MP/FI", Groep G, de Witte Brigade "Fidelio", het Bevrijdingsleger "BL/AL", de Belgische Nationale Beweging "BNB", de Nationale Koninklijke Beweging "NKB", het Kempisch Legioen "KL", les Insoumis, les Affranchis, Organisation Militaire Belge de Résistance ombr, Nola, L-100, Service D en de Dienst Hotton.
Zij werden meestal geleid door dertigers en veertigers met militaire ervaring. De leden waren van alle leeftijden en afkomstig uit alle geledingen van de maatschappij.
Meerdere kleinere lokale verzetsbewegingen zoals bijvoorbeeld "VB" (Vrij België - Vrai Belge) ook "V-Liga - Ligue desV" genoemd hadden zich voor de landing in Normandië aangesloten bij een der hoger aangehaalde verzertsgroepen.
Na de oorlog heeft de Vlaamse beweging de omvang van de collaboratiebeweging geminimaliseerd. Het establischement wilde heel snel het bestel van voor de oorlog herstellen en daarbij liep het verzet in de weg. De toenmalige regering besliste het verzet te ontwapenen. De communisten organiseerden een betoging in de Wetstraat en eisten met spandoeken de onmiddelijke aanhouding van de verraders. De rijkswacht opende toen het vuur op de manifestanten en bijgevolg op het verzet wat heel veel zegt over het toenmalig bestel in België waarbij de brede maatschappelijke erkenning van het verzet in tegenstelling met onze buurlanden uitbleef.
--
Als verzetsvormen had men:
-
-De clandestiene pers: (schepster van de Weerstand) de eerste pamfletten en sluikbladen werden gepubliceerd op de dag na de overgave van de Belgische troepen, aanvankelijk amateuristische gestencilde blaadjes maar werden na verloop van tijd echte kranten (de krant “Le Soir” op 9 november 1943 uitgebracht door het Onafhankelijks front op meer dan 10.000 exemplaren). Zo'n 12.000 Belgen waren betrokken bij het maken van ongeveer 300 illegale sluikbladen of kranten. Een van de eerste verzetsgroepen te Brugge die op 27 januari 1942 grotendeels werd opgerold was de Nationale Partij voor Koning en Vaderland die een sluikblad heeft uitgegeven "De Vrijheid" Voor Vrijheid, Vorst en Vaderland bekend van de nummers 4 (juni 1941) tot nummer 16 (juli 1942). Het sluikblad 't Getrouwe Vlaanderen - La Flandre fidèle werd in 1941 te Sint-Andries uitgegeven door Henri Lebacq, Roger en Raoul Lombaerts namens de Nationale Koningsgezinde Beweging, het kende slechts drie nummers (tot 30 maart 1942). De stichters werden op 21 mei 1942 aangehouden. Het eerste nummer van het Brugse sluikblad gestencild door Mathieu Hinoul "Het Brugse Vrije" orgaan van het Onafhankelijks front Brugge dateert vermoedelijk van eind 1943 en kende 7 nummers tot augustus 1944. Dit zijn sluikbladen waarvan de Brugse oorsprong vast staat.
De geheime pers was het doelmatigste wapen om de Duitse propaganda te bestrijden, enkele titels van Belgische sluikbladen: - VRANK EN VRIJ - La V13..? - L'ECHO DE BELGIQUUE - LIBERATION - VRIJ - Le Peuple - LE DRAPEAU ROUGE - L'INSOUMIS - DE VRIJSCHUTTER - DAS FREIE WORT - LE HÈRISSON - VAINCRE - FRONT - LA VOIX DES FEMMES - DE ROODE VAAN - LE MONDE DU TRAVAIL - LA LIBRE BELGIQUE - Clarté - la Voix des Belges - L'Elastique.
-
-De inlichtingendiensten (in 1944 bestonden er 37 clandestiene inlichtingendiensten waarvan er 17 spontaan waren ontstaan).
Zie ook in het menu van deze website "Gulden boek"De unie der Inlichtings- & actiediensten aan haar helden.
-
- Deontsnappingslijnen:Het belangrijkste doel van de ontsnappingslijnen was het overbrengen naar Engeland van geallieerde piloten, van Belgische militairen die zich bij de strijdkrachten in Groot-Brittannië wilden voegen en van Belgische verzetslieden die moesten verdwijnen omdat ze verraden waren en gezocht door de Duitsers.
Reeds in de zomer van 1940 functioneerde de ontsnappingslijn "Daumerie-Martiny" andere de ontsnappingslijnen waren o.a. de Dienst "Escape", Dunbar, Jam, Tempo, Dragon.
Twee ontsnappinslijnen die wereldwijd bekend geraakten en onder Belgische leiding stonden waren de Dienst "Comete" en de Dienst "Escape"
De ontsnappingslijn “Comete”die eveneens al in het begin van de oorlog werd opgericht door Andrée Eugénie Adrienne De Jongh beroepshalve verpleegster, geboren te Schraarbeek op 30 november 1916, een 24-jarige vrouw uit Brussel (codenaam "Postman"). Ze gebruikte ook het pseudoniem "Dédée'", was de bekendste en belangrijkste, maar niet de enige ontsnappingslijn, andere lijnen brachten in mindere mate piloten via het Kanaal terug naar Engeland.
Medeoprichters waren haar vader Frederic (gefusilleerd op de Mont Valérien) en een vriend Arnold Deppé van opleiding radiotechnicus en had voor de oorlog tien jaar aan de Frans-Spaanse grens gewerkt voor het filmbedrijf Gaumont.
-
Komeet was wel de enige ontsnappingslijn van België tot Spanje en beschikte over een volledig eigen infrastructuur met ongeveer 2000 agenten, die moesten zorgen voor onderdak, voeding, kleding, valse papieren en gidsen wat een enorme organisatie vergde en grote risico’s met zich meebracht wegens de lengte van de keten en de aard van de activiteiten.
De ontsnappingslijn was zeer gevoelig voor penetratie door de Duitse contraspionage. Ongeveer 800 medewerkers van Komeet werden aangehouden, waarvan er minstens 155 omkwamen in concentratiekampen of werden terechtgesteld.
De piloten, "colli", "klanten" of "enfants" genoemd in het vakjargon, vertrokken vanuit Brussel met de trein naar Quiévrain, waar de grens te voet werd overgestoken. Van daar ging het naar Parijs, nu met een Franse identiteitskaart, en verder naar Bayonne, vanwaar ze doorreisden naar Anglet. Dan werd de tocht over de Pyreneeën met behulp van de Basken aangevat om in Spanje naar de Britse consul te worden gebracht. Het Kometennetwerk bracht tijdens de jaren 1942-1945 zo'n 800 geallieerde soldaten en ongeveer 300 vliegeniers in veiligheid.
In januari 1943 werd "DéDée" gearesteerd, de "Groep "Nemo" ontgaat hetzelfde lot. Het gehele Beligische net is nu ontwricht. Het is niet de eerste maal en het zal ook niet de laatste zijn. In april wordt een gedeelte van de aflossingsgroep gevangen genomen; de overlevenden van deze razia gaan in de clandestiniteit of vluchten naar het U.K.. In juni valt Frederic De Jongh alias "KiKi" de vader van "Dédée" in de handen van de Moffen. Dit maal moest de Parijse organisatie hersteld worden.
Tijdens september, oktober, december 1943 verdubbelde het netwerk. Nooit tevoren kon de dienst op zulk een prestatie bogen: zestig vliegers ontsnapten per maand ondanks alle harde tegenslagen.
Zaterdag 13 oktober 2007 overleed de 91 jarige legendarische verzetsstrijdster uit WO2. Andrée De Jongh te Sint-Lambert Woluwe. Haar werk en haar onstnappingslijn leverden haar in 1985 de Belgische titel van gravin op.
- De ontsnappingslijn Dienst "Escape" stond onder de leiding van de Belgische militaire geneesheer Albert Guérisse (alias Pat O'Leary) die eveneens een 400-tal vliegeniers en tientallen anderen veilig naar Engeland loodste.
Albert Guérisse (1911- +1989) behaalde zijn diploma van doctor in de geneeskunde aan de Université Libre de Bruxelles. Hij werd legerarts en nam in die hoedanigheid deel in 1940 aan de Achtien daagse Veldtocht. Hij bevond zich met 300.000 andere Britse en Franse soldaten op het strand van Duinkerken en vluchtte mee naar Engeland.
Albert Guérisse wilde verder strijden en liet zich aanmonsteren door de Royal Navy. Hij nam een nieuwe naam aan, die van Patrick O'Leary, een Canadese vriend van hem. Na verschillende avonturen werd hij lid van de geheime diensten van de Navy. Hij trok naar Gibraltar waar hij zich meester maakte van een Frans Schip Le Rhin, die hij van de Pétaingezinde militairen overmeesterde. Het schip werd toen voor geheime operaties ingezet onder meer om op de Franse kusten Britse piloten of andere militairen op te pikken. Begin maart 1941 liep een opdracht verkeerd af en Albert Guérisse werd gearresteerd. Hij kwam terecht in een interneringskamp niet ver van Marseille waar hij wist te ontvluchten, dook onder en naam de schuilnaam aan van "Adolphe Cartier".
Hij leerde een Engelse arts kennen, Ian Garrow. Samen zetten ze een organisatie op die honderden piloten en andere militairen naar Engeland kon doen terugkeren.
Einde 1941 werd Garrow gearresteerd en Albert Guérisse leidde voortaan alleen de ontsnappingsroute. Het netwerk werd voortaan “Pat” genoemd.
In 1964 werd Albert Guérisse bevorderd tot generaal-majoor en had tot in 1970 de leiding over de geneeskundige diensten van het Belgisch leger.
Op 20 maart 1989, zes dagen voor zijn overlijden, werd hij in de Belgische adelstand opgenomen met de persoonlijke titel van graaf. Hij nam als wapenspreuk aan: "Honores non quaero, fidelis sum".
In het stadscentrum van Saint-Hubert staat een monument voor Albert Guérisse.
-
- Het gewapend verzet, dat met sabotage van het Duitse apparaat vanaf 1942 volop op gang kwam toen de communisten zich in het verzet stortten.
--
Te Brugge waren volgende inlichtingendiensten actief.
-
- De groep “Clarence” vanaf de meidagen 1940, gesticht door Walthére Dewé. De sector West-Vlaanderen werd geleid door François Joos (alias Freddy) Hun taak was de troepenbewegingen in het Brugse en langs de kust te observeren (o.a. het kasteel Ter Linden te Sint-Michiels een ultra geheime basis die het scheepvaartverkeer op het kanaal controleerde en detecteerde en cruciaal was voor het Duitse beveiligheidssysteem. Te Brugge waren o.a. GastonRoelandts en Raoul Mertens bijzonder actief. Zij beschikten over een radiozendpost in de abdij van Steenbrugge. Gaston Roelandts werd in nooit geheel opgehelderde omstandigheden verraden en op 21 juli 1943 (nationale feestdag) in Rieme gefusilleerd. Pierre van Outryve d'Ydewalle (alias TYL) en Emmanuel van Outryve d'Ydewalle als ook José en Guy de Schietere de Lophem maakten eveneens deel uit van deze inlichtingsdienst.
--
- "Jusqu'au bout" Een inlichtingendienst aangevoerd door kolonel Georges Janssens de Bisthoven (latere bevelvoerder geheim leger sector Brugge) samen met andere Brugse beroepsofficieren waaronder kapitein-commandant J. van der Hofstadt. Deze inlichtingendienst werd in oktober 1942 opgerold, hierbij werd Brugs gemeenteraadslid, advocaat en reservecommandant Joseph Muylle op 14 oktober 1942 aangehouden. Hij overleed in het concentratiekamp Mauthausen op 19 maart 1945. De Duitsers waren ook Georges Janssens de Bisthoven op het spoor gekomen maar vergisten zich van naam en arresteerden zijn broer Ferdinand die na enkele weken terug in vrijheid werd gesteld.
-
- "Luc-Marc". Dit inlichtings- en ontsnappingsnet waren te Brugge actief en opgericht door Georges Leclerc en geleid door Jean Cassart en Henri Bernard, een van de medestichters was de Bruggeling Maurice Royaux (alias kapitein I.A.A.) nummer "VN44-123" geen namen. Van uit Brugge Leidde hij de groep VN44 die uitsluitend militaire informatie verzamelde en de kust Breskens tot De Panne observeerde en rekende daarbij op twee oud-strijders aan de kust nl. Victor Masson voor Middelkerke en Lucien Glorieux voor de omgeving Oostende. Anny Claeys (alias luitenant I.A.A.) uit Brugge (de latere echtgenote van Royaux) alsook drie jongeren uit Knokke, nl. Paul Chotteau en Jean en Jerome Heyneman werden eveneens opgenomen in die groep. De groep VN44-123 beschikte over een marconist en radiozender met codenaam "Le Corbeau et le Renard". Een zekere Louis Vermeulen bediende bij de Belgische spoorwegen en Paul Verstraete een zeventienjarige leerling aan het Atheneum komen ook ter sprake in deze groep, gegevens over hen ontbreken ons. Dit net onstond in september 1940 en was actief tot aan de bevrijding.
-
-- Een andere inlichtingendienst die te Brugge opereerde was de groep “Zig” opgericht in 1941 werd geleid door de Brusselse mijningenieur Jonkheer Christian Jooris geboren te Elsene in 1905 die te Wingene op het kasteel "Wildenburg" woonde waar hij over een radiozender beschikte en zich specialiseerde in het inwinnen van militaire informatie langs de Atlantik Wall van Bretagne tot Zeeland. Commandant Frédéricde Penaranda (alias Breydel) een neef van Christian Jooris leidde de sector Brugge
Reserveluitenant Roger Morsa geb. te Ben-Ahin op 15 juli 1909 werd oktober 1939 opgeroepen als luitenant en werd inlichtingenofficier bij verschillende regimenten. Krijgsgevangen genomen na de achttien daagse veldtocht kon hij er de Duitsers van overtuigen dat hij geen officier was maar een eenvoudige brievenbesteller. Hij werd op 1juni 1940 gedemobiliseerd en kon zijn werk als landmeter bij het kadaster hervatten.Aangesloten bij de groep "Zig" in maart 1942, codenummer LL8000), was hij zonderenige twijfel de belangrijkste inlinchtingsagent te Brugge en wellicht één van de belangrijkste van alle inlichtingsagenten die voor de geallieerden werkte door meer dan 1000 plannen van de Organisation Todt te kopiëren. Zijn rechtstreekse overste Antoine Leclercq, zijn collega Georges Vandenberghe, allen werkzaam op het kadaster speelden hier eveneens zij het in mindere mate een rol. Hun chef bij de weerstand was dokter Pierre Glorieux (voorzitter van het algemeen verbond van Brugse oud-strijders) die alle gegevens en plannen op microfilm zette, en later werd er nog een buitenstaander bij betrokken nl. dokter Armand Van Capellen aan wie Roger Morsa vroeg om voor zijn vrouw en kinderen te zorgen voor het geval er iets met hem zou gebeuren. Jonkheer Christian Jooris uit Wingene zorgde voor de verzending naar Londen. Antoine Leclerck getuigde dat Morsa één van de meest intelligente mensen was die hij ooit ontmoette! De uitzonderlijke verdiensten leverden hem Belgische, Amerikaanse, Franse, Britse hoge onderscheidingen op. Roger Morsa stierf te Sint-Andries op 11 juli 1950 aan longkanker. Een zekere Godefroid uit Brugge maakte eveneens deel uit van deze groep.- -
- Corps-Asturies,Deze Franse inlichtingendienst had ook vertakkingen te Brugge, een van de agenten waren de arts Willy Van Belle samen met dokter Y. Schepens van het Brugs Geheim Leger.
- Er bestonden nog meer inlichtingendiensten zoals Bravery, Zero France, Bayard, Banco (onderdeel van Bayard kust) maar praktisch allen opgedoekt door de diverse aanhoudingen eind 1942 - 1943.
-
Onder de verzetsgroepen waren de voornaamste in de regio Brugge:
-
-
- HetOnafhankelijkheidsfront (O.F.) - Front de l 'Indépendence een door de communisten gedomineerde verzetsbeweging waarbij de politieke communistische partij als enige zich als groep aansloot. Het Onafhankelijkheidsfront beschouwde zich als de spil van het Belgische verzet. Al vlug zocht het contact met andere groeperingen zoals de Belgische Nationale Beweging. Te Brugge werd het O.F. aanvankelijk gesticht door Theodule Macharis leraar aan de Rijksmiddelbare School telde circa 200 leden (actieve en passieve), de belangrijkste spilfiguur was advocaat Jozef Verbeke bijgestaan door André Feys. Andere kaderleden waren Josué Maerten, Hector Willems, Gaby Fraeys, Alfred Potie, Rudolf Hoste, Jan Schepens (leraars RMS), advocaat Willy Six, Julien Paret (leraar RMS), Gustave Van Kerckhoven, Firmain Alexander, abbé D. Vander Waeter. Na diverse aanhoudingen werd het O.F. geleid door Reserve-luitenant Michel Van Poucke die terzelfdertijd ook contacten onderhield met Het Geheim Leger en overstapte in 1943. De Brugse sectie van het O.F. strekte zich uit tot Oostende en Torhout en telde circa 200 leden. Vijftien onder hen kwamen om in concentratiekampen of in bevolen dienst. Voor Brugge en randgemeenten zijn dit T. Macharis en Charles De Cock uit Sint-Andries, Prosper Bruynooghe van Sint-Michiels en de groep van de Rijksmiddelbare school waarvan o.a. Mathieu Hinoul, André Peuteman die spoorloos verdwenen, Noël Boydens, Norbert van Beveren op 24 november 1944 te München gefusilleerd. De sterk uiteenlopende activiteiten van het Onafhankelijkheidsfront, waren slechts mogelijk door een uitgebreid net van ondergrondse strijdbladen.
Het O.F. bestond theoretisch uit twee grote afdelingen: de Patriottische Milities (P.M.) en het Partizanenlerger (P.A.)
De Patriotische Milities groepeerden hoofdzakelijk liberale en vrijzinnige burgers, het Partizanenleger socialistisch en communistisch gezinde arbeiders.
- De Patriotische Milities (Milices patriotiques), de afd. Brugge werd gesticht door advocaat J. Verbeke en deden vooral aan het verspreiden van de sluikpers, ondermeer La Libre Belgique, Vrij België, Vogelvrij, De Rode Vaan en ook Het Brugse Vrije orgaan van het Oafhankelijksfront komiteit Brugge, vanaf 1943 gesticht door Fimain Alexander die nauwe verbindiningen had met het Partizanenleger, met medewerking van André Feys, M. Van deKerckhove, maar ook Mathieu Hinoul en Marc Braet die tevens tot de revoltionaire Volksjeugd behoorden.
- Het Partizanenleger (P.A. gewapende partizanen) dat van uit Brussel geleid werd door o.a. Leon Leemans, Pierre Joye, Jean Terfve, Henri Buch. Eén van de medestichters van het Partizanenleger te Brugge was LucienVrielinck (gefusilleerd te Ertvelde-Rieme 09/12/1942) die te Zeebrugge woonde en aan de kust een groep uitbouwde, en de dokwerker op de Brugse haven Henri De Meyer (alias commandant Georges) met zijn verloofde Simonne Danneels (alias Madame Paula) die te Brugge een groep van circa 150 leden uitbouwde hoofdzakelijk dokwerkers en arbeiders, uitzonderlijk enkele studenten en oud-militairen. Toen in 1943 De Meyer werd aangehouden en naar een strafkamp gestuurd werd de leiding overgenomen door Simonne Danneels die later moest onderduiken en werd opgevolgd door Albert Serreyn (zoon van een textielfabrikant Frans Serreyn en Ludovica Neyt) verloofd met Irma Danneels die de P.A. Sint-Andries had geleid. De Partizanen: waren de gewapende arm van de KPB, de enige politieke partij die als dusdanig in het verzet is gegaan. (niet alle partizanen in Brugge waren overtuigde communisten, de sleutelposities waren wel in handen van de communistische patij). Ze was nauw verwant met het Onafhankelijkheidsfront, een breed Belgisch-patriottisch front ontstaan onder impuls van de communisten. Aanvankelijk bleven de acties van de Belgische Partizanen beperkt tot relatief eenvoudige sabotagedaden. Het duurde nog tot februari-maart 1942 eer de partizanen overgingen tot acties tegen collaborateurs. Vanaf de zomer van 1942 verhardden evenwel de acties en begonnen ze effectief de meest gehate collaborateurs, verklikkers en in mindere mate zelfs Duitse militairen onder vuur te nemen.
Vanaf eind 1942 greep de bezetter naar het wapen van de represailles. Deze strenge repressie had evenwel een omgekeerd effect, Vanaf 1944 werden de sabotageactiviteiten in opdracht van Londen verscherpt en voerden zij steeds meer antidestructie opdrachten uit en tevens kwam het erop aan de toevoer van Duitse troepen naar Normandië te vertragen. Aanslagen op collaborateurs, helpers van de Duitse opsporingsdiensten naar werkweigeraars, Duitsgezinde burgemeesters en ambtenaren werden het slachtoffer. De P.A. werd in het voorjaar van 1944 zware klappen toegediend, bij een poging tot spoorwegsabotage te Aalter op 26 mei 1944 liep het door verraad fout, de Gestapo wachtte hen op, Serreyn probeerde nog te ontsnappen maar tevergeefs, hij werd samen met de anderen opgepakt. In de gevangenis van Gent werd hij dagen aan een stuk gemarteld om uiteindelijk op 2 juni 1944 te Oostakker evenals zijn lotgenoten te worden gefusilleerd. Met Albert Serreyn werden nog 13 anderen opgepakt waaronder zijn vader Frans Serreyn, zus Bertha Serreyn (koerierster), Irma Danneels (verloofde van Albert Serreyn), Aimé De Meyer, Marcel Bocher, Raoul Meertens, Willy Banckaert, Scheurmans Albert e.a. Andere bekende leden waren o.a. Mathieu Hinoul, Mark Braet, André Peuteman, Noël Boydens, Norbert Van Beveren, Marcel De Vos, Edgard Ghyoot, Norbert Van Achte. Na sabotage van een internationale telefoonkabel te Oostkamp op 21 september 1943 werden Mathieu Hinoul en zijn vriend André Peuteman fataal, zij werden naar Duitsland gedeporteerd en verdwenen spoorloos. (Zie ook in het menu "Getuigenissen" Rijks Middenschool). Nog een bijzonder wapenfeit van de P.A. Brugge was de sabotage van de spoorweg te Loppem de nacht van 5 op 6 juli 1943. Als reactie hierop werd op bevel van de burgemeester de mannelijke bevolking van 18 tot 65 jaar verplicht vanaf 16 juli 1943 gedurende 3 maanden deze spoorweg dag en nacht te bewaken.
Hulde aan de gefusilleerden
Het O.F. buigt diep voor de Helden die ten gevolge van hun werkzaamheden in het O.F. of in aangesloten verztsgroeperingen onder het vijandelijk schroot zijn gevallen.
-
--Het Geheim Leger
Generaal Majoor Robert Lentz Kapitein Commandant Charles Claser
-
- Het Geheim Leger (deze naam officieel in gebruik vanaf 01 juni 1944, vooraf Armée de Belgique) dat al in juni 1940 door reservekolonel Robert Lentzen door commandant Charles Claser († Gross-Rossen november 1944) was opgericht, en de Réserve mobile gesticht door kolonel B.S.H. Jules Bastin (†verdwenen "in Nacht ubd Nebel" is te Brugge gegroeid uit een geleidelijke samenbundeling van spontaan gevormde verzetskernen hoofdzakelijk in het milieu van beroeps en reservemilitairen die de achttien daagse veldtocht hadden meegemaakt. Het was de wens van het Geheim Leger om na de bevrijding een geregeld Belgisch leger te worden wat uiteindelijk niet door de regering werd ingewilligd.
De Armée de Belgique werd officieel erkend door de Belgische regering te Londen op 30 december 1942. Te Brugge was er een schuiloord (onderdeel van een sector) met de naam Le Geai of De Gaai. Commandant Camille Laenen (oorlogsnaam Labio) uit Sint-Kruis coördineerde niet alleen het verzet te Brugge maar van de streek Brugge - Oostende alsook de Oostkust, de streek van Maldegem, Wingene, Beernem en Ingelmunster. In 1944 kwam Nieuwpoort en De Panne erbij. Commandant Laenen werd bijgestaan door Alfred Coppieters 't Wallant (alias Nanoze) die verantwoordelijk was voor Groot Brugge; diens broer Charley Coppieters 't Wallant verantwoordelijk voor Knokke; onderofficier Fernand Verstraete verantwoordelijk voor de streek van Maldegem; Didier de Pierpont (latere burgemeester Sint-Kruis) voor de Brugse haven. Het doorseinen van inlichtingen naar Londen gebeurde door reserve-luitenant Michel van Poucke (alias Janssens en later toen hij ondergedoken was Boris) verantwoordelijk voor de streek ten zuiden van Brugge en luitenant Willy Bruynseraede (alias Lt. Jerôme) die werkzaam was voor een inlichtingsnet en actief bij de sabotage van spoorwegen die Brugge met andere plaatsen verbonden.
Reserve-luitenant Michel Van Poucke (leraar Rijksmiddelbare School Brugge) volgde commandant Laenen op van augustus 1943 tot september 1944 toen de 50 jarige adelijke beroepsofficier kolonel Georges Janssens de Bisthoven (alias Georges I op 7 juni 1944 gearresteerd en opgesloten in 'tPandreitje) na zijn vrijlating het bevel over de ganse sector overnam.
In tegenstelling tot de gewapende partizanen was het niet de bedoeling dat door hun sabotageacties de Duitsers repressie- of weerwraakacties tegen de burgerbevolking zouden organiseren en leverden zij bijgevolg geen vuurgevechten of aanslagen op de bezetter of collaborateurs. Wapenhandelaar EduardPriem uit Brugge stelde pistolen, revolvers, karabijnen en geweren met de bijhorende munitie ter beschikking van het Geheim Leger.
****************
Foto links, huldiging van het Geheim Leger in het gemeentehuis te Sint-Kruis. Kolonel Janssens de Bisthoven houdt een toespraak. Vooraan zitten Morlion, algemeen voorzitter van de verbroedering van het Geheim Leger en (rechts, in uniform) Camille Laenen.-
Foto Rechts, Generaal-majoor SBH Robert Lentz werd geboren in Gent op 20 oktober 1885, hij werd gearresteerd in zijn huis 08 mei 1941 en opgesloten in de gevangenis van Sint-Gillis, overgebracht naar diverse kampen in Duitsland kwam hij op 23 januari 1945 terecht in het concentratiekamp van Sachsenhausen tot 25 april 1945, waar hij deelnam aan de "dodenmars". Bevrijd op 04 mei 1945, keerde hij terug naar Brussel op 13 mei. Zijn gezondheid was geruïneerd en hij stierf 10 november 1949 in Brussel (Schaarbeek).
-
Door de samenbundeling van verschillende vezetsgroeperingenwerd het Geheim Leger vanaf juni 1944 op bevel van Londen een operationeel geheel en omvatte in Groot-Brugge volgende groepen: Assebroek groep Marcel Van Damme 13 leden en groep Rachel Coene 7 leden, Brugge groep Eduard Priem 15 leden, groep Ridder Christian Ruzette 9 leden, groep Majoor Ghys 19 leden, groep René Michotte 25 leden, groep Fernand Verstraete 31 leden, groep Maurice Borguet (La Brugeoise) 6 leden, (*) groep Morlion (spoorwegen) 12 leden, groep Marcel Hermans en groep Arthur Geschier (haven) 82 leden, groep luitenant Cauwels 43 leden, groep François Poupaert (Brugse en gerechtelijke politie) 30 leden, groep Kapitein-Kommandant J. Vanderhofstadt 28 leden, de stoottroepen van Luitenant Jerôme 94 leden; Lissewege groep Albert Lonneville 26 leden; Oostkamp groep Thierry Peers de Nieuwenburg 43 leden; Sint-Andries groep José de Schietere de Loppem 88 leden; Sint-Kruis groep Willy Hanssens 31 leden.
(*)De Groep Maurice Morlion (Groepoverste spoorwegen)
Reeds in oktober 1941 kreeg Maurice Morlion hoofdwachter bij de N.M.B.S. te Brugge, van het Belgisch Legioen de opdracht een groep betrouwbare mannen van het spoor rond zich te verzamelen met als doel inlichtingen in te winnen over alle Duitse troepenbewegingen en militaire transporten en ook alle vervoer via de spoorwegen zoveel mogelijk in de war te laten lopen. De meest voorkomende sabotage door leden van die groep bestond uit het doorsnijden van remslangen van goederenwagens, verwijderen van olie en vervangen door rijnzand, waardoor de gesaboteerde wagons grondig moesten hersteld worden wat het aantal beschikbare wagons verminderde en enorme vertragingen inhield. Ook langzaamaan acties en gewilde misverstanden waren schering en inslag. De groep Morlion zette zich bijzonder in om zoveel mogelijk locomotieven uit te schakelen.
Er was ook harde sabotage, op 27 augustus 1944 melde de verzetsman Leon Janssens (foto links) aan zijn chef Morlion dat die avond een speciale trein voor de nazi’s was voorzien die hij dringend naar Knokke moest rijden om er een gespecialiseerd detachement SS-ers en hun materiaal op te halen en naar Brugge te brengen. Leon Janssens geb. in 1895 een oud-strijder 14-18 die vier jaar in de loopgrachten had doorgebracht, wist dat de spoorwegbrug ter hoogte der “Sport Nautique” over de Oostendse vaart open stond voor het scheepvaartsverkeer maar liet de begeleidende Duitsers in de waan dat de spoorwegbrug dichtgedraaid was. Hij liet zo zijn trein in het scheepsvaartkanaal donderen en sprong tijdig uit de locomotief waar hij werd opgewacht door Morlion. Niet alleen het spoor naar de kust was lange tijd onbruikbaar maar ook het kanaal was geblokkeerd voor schepen van de vluchtende Duitsers. De SS-ers uit Knokke bereikten Brugge niet.
Maurice Morlion werd na de oorlog tot Luitenant van de Weerstand bevorderd. Leden van de groep: DUYNslager Alex, Devliegher Gustave, Duyck Cyrille, Vandaele Valére, Vanhecke Albert, Bogaert Charles, Vanhooreweder Gustaaf, Keirse Jules, * Jansens Leon, Carels Henri, D'Hondt Prosper.
* Een joods meisje Goldine Ehrenfeld was ondergebracht bij de familie Leon Janssens en zijn vrouw Maria langs de Kolenkaai nabij de “Bloemmolens” waar zij voor de rest van de oorlog een veilig onderkomen kon vinden. Er was een valse wand getimmerd voor in geval van nood. Men liet uitschijnen dat het een dochter van de familie Janssens betrof. De rest van haar familie werd uitgeroeid in Auschwitz. Voor de Brugse “Anne Frank” liep het dus goed af.
$ - De Nationale Koninklijke Bewegingof NKB, ontstaan uit het rexistische milieu en uiterst rechtse Franstalige groeperingen, maar afgesplitst van de partij nadat die begon te collaboreren (vooral in de sluikpers actief). Eén van de medestichters en als leider aangesteld te Brugge was de oud-strijder Léon Van Heester (aangehouden 26/01/1942 - neergeschoten begin mei 1945 bij de ontruiming van het concentratiekamp Esterwegen), exploitant van café "Comte de Flandre" op 't Zand te Brugge die als zetel van die verzetsgroep dienst deed en waar elke zondag vurige vanderlanders over de doelstellingen van de partij werden ingelicht. Hij werd bijgestaan door Charles Dhont en Xavier della Faille d'Huysse. De meesten kwamen in het verzet terecht omdat ze omzeggens allemaal officier waren in het actief en het reserve kader van het Belgisch Leger en gehecht aan het patriottisch ideaal en erecode. Te Brugge waren Reserve Kapitein-Kommandant JosephMuylle (Brugs gemeenteraadslid en advocaat van beroep aangehouden 14 oktober 1942), René en Georges Michotte evenals Maurice Ramon leidinggevende figuren. De Bruggelingen Albert Holm, Georges Paque, Albert Michiels, Harry Lowyck, Achille Peire, Norbert Cortois behoorden eveneens bij deze verzetsbeweging. Tevens werden op 27/01/1942 volgende NKB leden die ook behoorden bij La Sarcelle en het Geheim Leger aangehouden: Beranger Hostens, Leopold Verbrugghe en Camiel Peuteman. Door de aanhoudingen van in juli1941 en januari -februari 1942 in totaal 41 leden, was de N.K.B. Brugge opgedoekt. --
--De Naionale Partij (N.P.) was de eerste verzetsbeweging (waarschijnlijk in Brussel gesticht in juni 1940) die te Brugge tot stand kwam gekend als de tak "De Groote" en die tot bakermat diende van latere verzetsbewegingen te Brugge. Deze beweging was in oorsprong niet een clandestiene verzetsbeweging maar veeleer een politieke partij met als doel "alle nationaal gezinde Belgen samen te brengen en een dictatuur te vestigen onder leiding van de koning. Deze groep die nauw verwant was met de N.K.B en voor eind 1940 actief was te Brugge, gesticht in het huis van Octave Lombaerts te Sint-Andries door o.a. André Dewilde, Octave, Roger en RaoulLombaerts, Marthe van Outryve d'Ydewalle, Alfred Coppieters 't Wallant,Henri Lebacq enRené Michotte en zich aansloot bij De Nationale Koninklijke Beweging begin 1941. Deze groep telde 41 aangehouden Bruggelingen en veel leden sympathisanten. Deze Brugse groep gaf vanaf september 1941 het sluikblad uit "'t Getrouwe Vlaanderen - La Flandre fidèle". Een van de groep was zo onvoorzichtig dit blad via de post naar zijn ouders te Veurne te sturen waardoor de Duitsers op het spoor kwamen van de uitgevers. Op 21 mei 1942 werden Roger en Raoul Lombaerts en Henri Lebacq aangehouden, veroordeeld en gevangen naar Duitsland gevoerd waar Roger Lombaerts en Henri Lebacq om het leven kwamen. Alfred Coppieters 't Wallant verliet de N.K.B. om zich aan te sluiten bij de Légion belge.
-
NATIONALE PARTIJ BRUGGE (PN Parti National)
Overleden in Duitse Kampen:
Aangehouden
Overleden
Beranger Hostens
† Lingen 19/06/1944
Bon.de la Faille d'Hysse Xavier
26/27 januari 1942
?
Buysse Petrus (Pierre)
26/27 januari 1942
† Sachsenhausen
Cambier Albert
21 februari 1942
† Bochum
De Groot Armand
25 juli 1941
† Essen
De Groot Carlos
25 juli 1941
† Mauthausen?
De Rous August
26/27 januari 1942
† Bochum
D'Hondt Charles
26/27 januari 1942
† Dachau 30/01/1945
Gallet Joseph
26/27 januari 1942
† Natzweiler
Hostens Beranger
26/27 januari 1942
† Lingen 19/04/1944
Janssens Albrecht
26/27 januari 1942
† Esterwegen
Lebacq Henri
21/05/1942
† Bochum
Lombaerts Roger
21/05/1942
† Sonnenburg 27/11/1944
Lombaerts Raoul
21/05/1942
† Sonnenburg 27/11/1944
Pacque Georges
25 juli 1941
† Sachsenhausen
Peuteman Camiel
26/27 januari 1942
† Dachau 26/04/1945
Rau Roger
26/27 januari 1942
† Braunsweig 07/11/1944
Van de Walle Roland
26/27 januari 1942
† Dachau 12/02/1944
Van Heester Léon
26/27 januari 1942
† Crrivitz ( Schwerin ) 02/05/1945
Verbrugghe Leopold
26/27 januari 1942
† Natzweiler - augustus 1944
-
Aangehouden leden N.P. en uit de kampen teruggekeerd
Naam
Datum aanhouding
Naam
Datum aanhouding
Michotte Georges
25/07/1941
De Graeve Jozef
27/01/1942
Michiels Albert
25/07/1941
Baert Charles
27/01/1942
Lowyck Harry
25/07/1941
Mahieu Stefaan
27/01/1942
Peire Achiel
26/07/1941
Simoens Raymond
27/01/1942
Cortois Norbert
26/07/1941
Bouaert René
27/01/1942
Holm Albert
3/09/1941
De Graeve Pierre
27/01/1942
Ottele Daniel
26/01/1942
Meere Gustaaf
27/01/1942
Lamote Jérome
26/01/1942
Cortvriendt Albert
8/02/1942
Geers Hector
26/01/1942
Ramon Maurice
9/02/1942
Van Royen Bernardus
26/01/1942
Van Coillie Roger
14/02/1942
Van Waesberghe Julien
26/01/1942
De Rous Leon
22/02/1942
Petitjean André
26/01/1942
Van Daele Julien
8/02/1943
Jacobs Jozef
26/01/1942
-In totaal werden 39 medestanders van deze verzetsgroep verraden door Prosper DEZITTER, bijgenaamde "de meest gewetensloze spion" en afkomstig uit Passendale. DEZITTER vluchte na een verkrachtingszaak in 1913 voor enkele jaren naar Canada. Samen met zijn partner Florende GIRALY infiltreerde hij gemakkelijk in het Brugse Verzet. In 1941 speelde hij de ledenlijst door aan de Duitse Geheime Feld Polizei die iedereen liet oppakken en transporteren naar Duitse concentratiekampen. DEZITTER zelf werd in 1948 gefusilleerd. Op zijn eentje had hij ruim 300 mensen de dood ingejaagd of verklikt.
- La Sacerelle Brugge:
Een derde groep die ideologisch verwant was met de twee voorgaande en te Brugge aan verzet en spionage deed was de groep "La Sacerelle" men rekruteerde onder de leden van de vooroorlogse fascistische beweging La Légion Nationale gekenmerkt door een nationalistische Belgische houding na een discrete epuratie werden alle pro Duitse elementen geweerd. In de streek Brugge - Oostende stond deze verzetsgroep onder leiding van Léopold Jacquemin bijgestaan door A. De Visscher te Oostende, L. Van Grotenbril en A.Goris te Brugge. Het sluikblad "Fidélité - Trouw" werd door hen verspreid. Deze groep telde 68 leden te Brugge, 71 te Oostende en 4 te Wenduine. Op 24 juni 1942 werd Leopold Jacquemin aangehouden en werd hij opgevolgd door L. Van Grotenbril.
-
LA SARCELLE BRUGGE (ex-Legion Nationale)
Overleden of omgebracht in Duitse concentratiekampen
Boucq Roger
Gemarteld en omgebracht in de gevangenis te Brugge
Garmijn Modest
Spoorloos na deportatie
Huyghebaert Marcel
Overleden te Buchenwald
Jacquemin Leopold
Onthoofd te Dortmund op 10/12/1944
Langenaeken Lucien
Overleden te Dora, komende van Gross Rosen
L'Hair Fernand
Overleden Bergen- Belzen 17/02/1945
Lowyck Gustaaf
Overleden te Buchenwald - Theresienstadt 28/04/1945
Mechiels Marcel
Onthoofd te Dortmund op 27/01/1944
Polsenaere Robert
Spoorloos na deportatie
Ruysschaert Pierre
Overleden te Nordhausen 07/04/1945
Standaert Guy
Overleden te Esterwegen
Vandewalle Roland
Overleden te Dachau
Verleye Alfons
Overleden Khala 23/01/1945
Verlinden August
Spoorloos na deportatie
-
Aangehouden leden "La Sarcelle" en uit de kampen teruggekeerd:
Polsenare Robert
23/09/1941
Carels René
18/05/1943
Van Brussel André
1/07/1942
Van Daele Marcel
18/05/1943
Van Grootenbril Louis
17/12/1942
Van Moerbeke André
19/05/1943
Goris Alphonse
16/04/1943
Aspeslagh Jacques
23/09/1943
Delacourt Robert
16/04/1943
Demey Jan
23/10/1943
Storme Benoit
16/04/1943
D'Heere Carlos
14/01/1944
Vermoortel Maurice
18/05/1943
Verhaeghen Rober
2/03/1944
Dias Gerard
18/05/1943
Door deze aanhoudingen was La Sarcelle te Brugge opgedoekt, de overige leden sloten zich aan bij de Légion belge. ----De Groep G(Groupe Géneral de Sabotage) werd actief gesteund door de SOE (Special Operations Executive, de Britse sabotagedienst). Een SOE-agent, André Wendelen, werd eind januari 1942 geparachuteerd met de opdracht een nieuwe sabotagegroep te stichten of contact te leggen met een bestaande. Hij nam contact op met Jean Burgers, Robert Leclercq, Henri Neuman en Richard Altenhof, de vier stichters van Groep G. Vanaf de lente van 1943 stond de structuur van deze verzetsorganisatie op poten en was ze in staat tot gecoördineerde acties over te gaan om de bezetter zoveel mogelijk schade toe te brengen, zonder daarbij nutteloze vernielingen aan te richten of represailles uit te lokken.- -- DE WITTE BRIGADE (FIDELIO)
-
Marcel Louette (alias Fidelio)
De Witte Brigade (eerst De Geuzengroep) was een Belgische verzetsgroep, in de zomer van 1940 in Antwerpen opgericht door Marcel Louette, voor de mobilisatie leraar van beroep te Antwerpen.
Tijdens de mobilisatie werd hij als reserve-luitenant onder de wapens geroepen. Hij vocht in de achttien daagse veldtocht in de dekkingsstelling langs het Albertkanaal als luitenant van de 10e compagnie fuseliers van het 3e bataljon van het 6e linieregiment van de 14e infanteriedivisie. Na de capitulatie op 28 mei 1940 werd hij gedemobiliseerd.
Nadat het Belgische leger verslagen werd door het Duitse leger, waren er nog Belgen die de moed niet zomaar lieten zakken en zich tot het uiterste zullen drijven om het de Duitse agressor zo moeilijk mogelijk te maken. Marcel Louette was zo iemand, hij wilde de strijd voor zijn land niet opgeven en wilde zich op één of andere manier verzetten tegen Nazi- Duitsland! Op 23 juni 1940 stichtte hij samen met Leon Boumans de “Geuzengroep” als verzetsgroep binnen zijn “de Jonge Geuzenwacht”. Hij liet zich noemen met de codenaam Fidelio. Later hernoemde hij zijn verzetsgroep tot “Witte Brigade”
Al gauw was de Witte Brigade verspreid over het hele land met vertakkingen in onze regio o.a. te Zeebrugge, Lissewege, Brugge, Oostende, Lombardsijde, Oostduinkerke en Lichtervelde.
De witte Brigade begon met het verspreiden van blaadjes zoals: " La Libre Belgique ".
Tot 1942 bleef de Witte Brigade gespaard van verraad en aanhoudingen, begin 1943 kwam daar een grote verandering in! Zo werden bijna 1/3 van de erkende leden van de Witte Brigade eind 1943 en in 1944 door de Gestapo ingerekend, een 700-tal werden naar de concentratiekampen gevoerd, waar er circa 400 achterbleven.
Marcel Louette, die als oorlogsnaam "FIDELIO" had, werd door de Duitse bezetter met alle mogelijke middelen opgespoord en vooral de Gestapo ( geheime staatspolitie ) wilden hem zo snel mogelijk inrekenen, zij kwamen hem op het spoor maar konden hem niet vatten. In juni 1942 dook Marcel Louette de meest gezochte verzetsman onder en begon nu al zijn tijd te gebruiken voor de ondergrondse strijd.
Op 9 mei 1944, werd de stichter Marcel Louette opgepakt, eerst naar Breendonk waar hij werd mishandeld en gefolterd, en later naar Oranienburg en Duitsland gedeporteerd. 0p 22 april 1945 bevrijd door het Rode Leger was de leider vandeWitte Brigade ' Fidelo' na een lange lijdensweg weer vrij. Op 20 juli 1945 kwam hij met de ziekenwagen Antwerpen binnen en werd opgenomen in het Stuivenberg- ziekenhuis. Louette overleed in 1978.
-
Belangrijke activiteiten van de Witte Brigade waren het verspreiden van anti-Duitse propaganda en het verzorgen van clandestiene pers en geschriften om het moreel van de bevolking hoog te houden, het aanleggen en bijhouden van lijsten van collaborateurs, eventueel indien de noodzaak zich opdrong het doden ervan. Het organiseren van vaderlandslievende manifestaties op belangrijke Belgische data als 21 juli en 11 november. De verzetsgroep publiceerde een eigen propagandakrantje, genaamd "Steeds verenigt", waarvan ongeveer 80 edities verschenen. Daarnaast was de groep bezig met het verkrijgen van militaire inlichtingen ten behoeve van Groot-Brittannië over de havens, een mogelijke Duitse invasie in Engeland, het helpen vluchten en terugbrengen van neergeschoten geallieerde of Britse piloten en vliegtuigbemanning naar Engeland. Het saboteren van Duitse aanvoerlijnen voor en na de landing in Normandië, het uitvoeren van sabotageacties, zoals het onderbreken van telefoonverbindingen, elektriciteitstoevoer en spoorverkeer, het vernielen van gewassen, en het verstoren van industriële productie, het saboteren van de havens en na de landing in Normandië het in stand houden ervan. De doelstellingen waren omzeggens dezelfde als deze van het Geheim Leger.
-
De Witte Brigade had verbindingen met verschillende inlichtingendiensten, waaronder en de Groep Zero, Clarence, Luc-Marc, Zig.
Daarnaast had het, als enige Belgische verzetsgroep, contacten met zowel de regering in ballingschap als de Britse overheid.
De naam "FIDELIO" werd niet gebruikt tijdens de bezetting, alleen na de bevrijding gebruikte men de naam "Witte Brigade - Fidelio" om zich te onderscheiden van anderen die hun naam zouden gebruiken of misbruiken. Na de bevrijding was ‘De Witte Brigade’ de enige verzetsbeweging, die haar zetel in Vlaanderen had.
-
-
De Witte Brigade
-
Ze leefden vier jaar met de dood boven 't hoofd,
In 't land dat geknecht was, verwoest en beroofd....
Voor hen was geen vrijheid, geen brood, geen genade:
Ze waren de mannen der Witte Brigade
-
Ze werden Quislings vervolgd en gehoond.
Hun trouw werd door Duitsland met folter geloond...
Daar was maar één prijs voor hun durvende daden:
Ze stierven, de Helden der Witte Brigade.
-
Hun makkers ze wachtten zo lang op het Uur...
De haat in hun hart en 't geweer in de schuur...
'n Kreet gaat door 't Land en ze rijzen beraden:
.. Op, mannen, ten strijde! Op Witte Brigade!!
-
.. Nu op, in 't gelid, naast de kampers der Zee.
.. Die brengen uit 't Westen de Vrijheidszon mee!
.. Op Vlaming en Waal, naast uw Strijdkameraden!!
- Nu vechten z'als leeuwen, de Witte Brigade!
-
O. Landeken, tussen Noordzee en Rijn.
O. Land van de Belgen, o blijf eeuwig mijn!
Gij gloort in mijn hart en ge leeft door mijn daden!:
Trouw tot der dood aan de Witte Brigade!!....
---
September 1944 Jan van Elsdonck.
-- "VB" (Vrij België - Vrai Belge)ook "V-Liga - Ligue desV" genoemd, een weerstandsbeweging opgericht te Blankenberge in juli - augustus 1940 door Mevrouw Marie-Louise Mazeman-Noterman, geboren in 1890 onder de naam Marie-Louise Notermanoorlogsnaam "Madame Jean" ter herinnering aan haar enige zoon Jean, overleden op 22 jarige ouderdom in 1937 als militair bij de Staf van het 1ste Regiment Gidsen die te Blankenberge een bontwinkel uitbaatte, samen met Pierre Cremers uit Knokke, Marcel De Kimpe uit Wenduine, Hubert en Philippe de Hemptinne te Gent. Deze verzetsgroepering had niet alleen vlug vertakkingen op andere plaatsen langsheen de oostkust van Oostende tot Knokke (Blankenberge, Uitkerke, Lissewege, Wenduine, De Haan, Klemskerke, Vlissegem en Knokke-Heist) waar iedere groep afzonderlijk per gemeente optrad, maar ook te Brussel en zelfs Wallonië. In totaal werden circa 2.200 leden gerekruteerd.
Hun voornaamste taken waren het inwinnen van militaire inlichtingen, het in kaart brengen van van de Duitse verdedigingsstellingen en bewapening, mijnenvelden en reserveopslagplaatsen. Florent en André Knudde en de veldwachter Medard De Kempe van de groep Wenduine zorgden voor rantsoenzegels en valse identiteitspapieren voor onderduikers en neergehaalde geallieerde piloten. "Madame Jean" kreeg al spoedig de bijnaam van "Moeder van de ondergedokenen". Na 1942 tot bij de bevrijding werkte zij ook voor de dienst "B B ZIG" waarin zij de graad van kapitein SRA droeg. Deze groepering sloot zich eind augustus 1943 aan bij de Légion belge (AB Leger van België) en later het Geheim Leger en stond onder het bevel van luitenant M. Van Poucke. Deze aansluiting was alleen gekend door de voornaamste leiders. Velen van de hieronder vermelde personen komen aldus ook voor op de lijsten van de partizanen (PA) en later van het Geheim Leger.
Deze groepering "VB" telde volgende aanhoudingen waarvan de meeste (75%) het niet zouden overleven:
Beide verzetslieden betrapt bij sabotage van de cokesoven Zeebrugge
Yckees Jérome
Mitchell Eugène
Geen verdere gegevens
Gedood te Heist tijdens
gekend
een sabotage opdracht
-
"V.B." MARTELAREN UIT KNOKKE:
E.H. Vincke Willem, Marie.
Van Isacker Etienne
Strobandt Jules
Bredene 6/08/1894
Heist 4/02/1991
Geboren Brugge 18 april 1924
Na bevrijding Bergen Belsen op
08/05/1944 Buchenwald
† Buchenwald
15/04/45 er overleden op 03/05/45
-
Peperstraete Romain
Absil Paul
Claeys Robert
Westvleteren 3 september 1885
Knokke 30/05/1922
Knokke
† Dora
2/06/1944 Buchenwald
† Havel
Desmidt Frans
Van Den Broucke Marcel
Dudzele 22 /01/1882
St. Joost ten Noode 6/04/1888
25/11/1944 Gondersheim
03/03/1945 Buchenwald
Burgemeester 1927-1944
Schepenen openbare werken
-
Vele verzetsstrijders waren lid van meerdere groeperingen, hetgeen risico's inhield. Er bestond verder zeer weinig samenwerking tussen de groepen, er was zelfs sprake van rivaliteit en onderling wantrouwen. Er bestonden zo'n vijftien bewegingen van enige omvang en zij waren bovendien politiek hopeloos verdeeld. In tegenstelling tot Frankrijk was er geen overkoepelende leiding dat functioneerde.
Aanvankelijk stond de Belgische regering erg wantrouwig tegenover het verzet en erkende in eerste instantie enkel het Geheim Leger. Op 13 september 1944 erkende de Belgische regering officieel ook andere verzetsbewegingen.-